Een gesprek tussen Jan en Willem
We waren in een Amsterdams café aanwezig bij een gesprek tussen J. (Jan de jurist) en W. (Willem de wiskundige).
W. Kijk jij wel eens naar die serie Judge John Deed?
J. Ja, hoezo?
W. Nou, als ik daar naar kijk, denk ik wel eens: zou het nu werkelijk zo gaan?
J. Wat bedoel je?
W. Die Deed, die lijkt een soort parel van onbevangenheid tussen allemaal corrupte rechters en politici, met tegenstanders die over lijken gaan om hun belangen te verdedigen en hun eer hoog te houden.
J. Ja, belachelijk! Echt weer dat complotdenken, zoals bij de moord op Kennedy. En zoals bij die theorie over de “closed shop” in dat mislukte boek van Wagenaar en die andere rechtspsychologen.
W. Mmm… Toch heb ik het gevoel dat er een grond van waarheid zit in wat daar wordt getoond. Ook vind ik die beschrijving op internet van John Deed leuk: “John Deed is een rechter die verschilt van zijn collega’s. Als zoon van een bakker heeft hij het zonder kruiwagens tot rechter geschopt. Hij haalde de hoogste punten tijdens zijn rechtenstudie.
J. Ja, dat is extra ergerlijk. In dit laatste zitten twee heel onware aantijgingen:
1. Dat sociale achtergrond en relaties een rol spelen bij benoemingen van rechters. Altijd maar dat gepraat over kruiwagens!
2. En dan de suggestie dat die eenvoudige bakkerszoon Deed, die zich niet conformeert aan wat de andere (corrupte) rechters van hem willen, intelligenter is dan zij! Dat is ook heel misselijk. Daarmee wordt gesuggereerd dat de modale rechter een domoor is!
W. Mmm.. Je weet J., dat mijn vader rechter was. Hij zei altijd tegen mij: “Je moet in het studentencorps gaan, dat is goed voor je relaties later”. Ik was heel braaf hoor en heel jong toen ik ging studeren. Ik heb het gedaan, maar in mijn vak speelt het geen enkele rol, terwijl ik toch de indruk kreeg dat het voor die rechtenstudenten wel belangrijk was. En ik ben nu dat boek van Wagenaar en zo aan het lezen, en lees daar wat die rechters en raadsheren allemaal aan onzin hebben geslikt van een zekere Jolanda en dan denk ik toch wel: deze rechters en raadsheren leden aan hersenverweking tijdens de behandeling van deze zaak! En twee daarvan zitten nu in de hoge raad!
J. Ja, dat is natuurlijk heel eenzijdige voorlichting van een stel rechtspsychologen die geen kaas hebben gegeten van het strafproces! Niet-juristen willen maar niet begrijpen dat het de rechter alleen maar gaat om of een verdachte een bepaald feit ten laste kan worden gelegd, niet om wat er is gebeurd of wie daarvoor verantwoordelijk is.
W. ????
J. Zelfs een tweedejaars rechtenstudent kan begrijpen wat ik hier zeg; is dat nu zo moeilijk?
W. Ik moet bekennen dat ik het niet begrijp, moet je je bijvoorbeeld niet verdiepen in wat er is gebeurd en wie daarvoor verantwoordelijk is om te weten of een verdachte een bepaald feit ten laste kan worden gelegd?
J. Nee, natuurlijk niet. Je verwart taken, W.! Uit te vinden wat er is gebeurd en wie daarvoor verantwoordelijk is de taak van de politie en OM, daar gaat de rechter niet over!
W. Hoort de rechter niet na te gaan of wat politie en OM aandragen wel klopt? Moet de rechter daar volgens jou blind op vertrouwen?
J. Nou ja, blind vertrouwen, blind vertrouwen, dat is misschien wat sterk uitgedrukt. Maar we kunnen er toch wel van uitgaan dat politie en OM hun taken met de uiterste zorgvuldigheid uitvoeren. Denk ook aan de werkdruk van de rechter! Zij kan dat niet allemaal zelf gaan controleren.
W. Je zei “zij”?
J. Ja, sorry hoor, de meeste rechters zijn meen ik tegenwoordig vrouwen, en bovendien, als ik moet kiezen tussen hij of zij, zeg ik “zij”, om eeuwenlang hij-zeggen een beetje te compenseren.
W. O.K., ik begrijp het. Maar toch, als ik dan dat boek lees, dan word ik steeds bezorgder, bijvoorbeeld over dat “wegstrepen”. Kennelijk mag een rechter in de motivatie van het vonnis zo maar stukken uit de getuigenverklaring wegstrepen om de verklaring met het vonnis in overeenstemming te brengen, zonder zelfs door puntjes aan te geven dat er iets is weggelaten. Ik zou zelf denken: als de verdachte of de getuige in die weggelaten zin iets zegt dat met de bewijsvoering in tegenspraak is, zou ik dat graag voor de volledigheid ook willen zien.
J. Ach W., jij bent typisch zo’n wetenschapper die geen idee heeft van hoe het strafrecht functioneert. Zo’n rechter moet nu eenmaal de zaak rond krijgen. Die kan niet eindeloos gezeur over kleinigheden toelaten. Als de verdachte dingen heeft gezegd die niet bij het vonnis gebruikt kunnen worden, dan moet zo’n rechter dat weg kunnen laten, anders houdt het nooit op!
W. Ik weet het niet J., ik geloof niet dat we het hierover eens worden vanavond. Ook heb ik vaak rechtszaken bijgewoond. Het telt natuurlijk niet, evenmin als het feit dat Wagenaar enorm veel rechtszaken heeft bijgewoond, want hij heeft volgens Marc Loth desondanks geen kaas gegeten van het strafrecht. Maar goed, als ik dan bij zo’n rechtszaak was, kreeg ik vaak de indruk dat er helemaal niet geluisterd werd naar wat de verdachte zei. En de verdachte heeft toch wel recht op een eerlijk proces?
J. Wat ben je toch naïef, W.! Al die liegende verdachten! Als de rechters zouden beginnen met daar allemaal naar te luisteren, dan is het end zoek. Op die manier halen die rechters nooit het efficiency criterium.
W. Ja maar, het efficiency criterium is toch niet het enige dat telt? De verdachte heeft toch recht op een eerlijk proces?
J. Jullie wetenschappers leven in een ivoren toren! Je moet rechtspreken meer als een bedrijf in actie zien, W.! Een bedrijf dat werkt met de forensisch-criminalistische aanpak in plaats van met de wetenschappelijk theoretische aanpak, zoals de uiterst kundige advocaat-generaal van het OM, mevrouw Brughuis, die de zaak tegen Louwes zo voortreffelijk heeft afgehandeld, in de regiezitting van de Lucia de Berk zaak terecht opmerkte. En natuurlijk zijn er dan wel eens bedrijfsongevallen, zoals de Schiedammer parkmoord. Niets aan te doen! Onvermijdelijk! Bovendien heeft de president van het hof in Den Haag nog gezegd dat ze hier niets fout hebben gedaan. Het gaat nu eenmaal niet om wie het heeft gedaan of wat er is gebeurd; het gaat er om of de wet juist is toegepast!
W. Ja, maar die Kees Borsboom had het toch niet gedaan? En heeft desondanks jaren vastgezeten? En dat DNA dat gevonden werd was toch niet van hem? En het tijdspad klopte toch niet? En hier was toch ook weer zo veel “gestreept” in de verklaring van de verdachte en getuigen?
J. Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat het er alleen om gaat een zaak juridisch rond te krijgen; jij hebt het steeds maar over wat er is gebeurd en wie het heeft gedaan, daar gaat het niet om! Bovendien is Kees Borsboom nooit vrijgesproken; het hof in Amsterdam heeft alleen maar het OM niet-ontvankelijk verklaard en zich niet uitgesproken over schuld of onschuld van Kees B.
W. Maar Kees (of Cees) Borsboom had het toch niet gedaan? Wik H. heeft toch bekend dat hij het had gedaan en zijn DNA is toch ook aangetroffen? Als ze het DNA van Louwes kunnen gebruiken om hem te veroordelen, dan kunnen ze toch het DNA van Wik H. gebruiken om Kees Borsboom vrij te spreken? En Wik H. heeft de moord ook nog bekend, terwijl Louwes niet heeft bekend. Het is in Nederland niet eens meer “schuldig tot je onschuld is aangetoond” het is inmiddels: “schuldig ook als je onschuld is aangetoond”. Terwijl het toch eigenlijk zou moeten zijn: “onschuldig tot je schuld is aangetoond”!
J. Onschuldig zijn is juridisch gezien iets heel anders dan het niet gedaan hebben, W.! Maar dat subtiele verschil ontgaat jou kennelijk. We kunnen het je misschien niet kwalijk nemen, want je bent nu eenmaal geen jurist. En denk in deze tijden van economische crisis ook eens aan het kostenplaatje van het onschuldig verklaren en vrijspreken van Kees Borsboom!
W. Het gaat mijn verstand geloof ik te boven. Heb jij trouwens dat boek van Louwes “Schuldig” gelezen?
J. Nee zeg, denk je dat ik het boek van een moordenaar ga lezen, kom nou!
W. Hoe weet je zo zeker dat Louwes een moordenaar is?
J. Nou, door dat DNA bewijs natuurlijk. En trouwens, de voortreffelijke speurder Peter R. de Vries en de eveneens voortreffelijke journalist Bas Haan zeggen ook dat hij schuldig is, dus dan moet het wel waar zijn.
W. Besteedde Peter R. de Vries niet een uitzending aan het aantonen van het “feit” dat het door de politie gevonden mes het moordwapen was? Datzelfde mes waarvan later bleek dat het onmogelijk het moordwapen kon zijn? En jij vindt dus niet dat je dan nog kennis hoeft te nemen van wat Louwes zelf hierover te zeggen heeft?
J. Nee zeg, we kunnen wel aan de gang blijven! Het zou trouwens maar weer onrust geven als we hier aandacht aan gaan besteden en misschien zelfs het vertrouwen in de rechterlijke macht ondermijnen. En niets is erger dan dat! Het lijkt me beter die zaak nu maar te laten rusten.
W. Mmm… ik heb hier niet een erg goed gevoel over, J.!
(Dit gesprek heeft een vervolg in een tweede gesprek van Jan en Willem.)
Piet, een heerlijk stukje tongue in cheek. Zou Jan zo naief zijn of is het beroepsdeformatie of nog erger? Weten zullen we het niet, juristen worden niet meer gehoord op de pijnbank van het PB-centrum, op zijn hoogst gelynchd. Dat laatste is tegenwoordig wat moeilijk. Zelfs in de tijd van de gebroeders de Wit stuurde de overheid het gepeupel met als gevolg de bekende lynchpartij.
Het gepeupel gaat tegenwoordig niet alleen de straat op, het zit achter de computer en pleegt met dat middel huisvredebreuk, tegenwoordig spam genoemd, ‘geinformeerd’ door de staat gecontroleerde MSM zoals P&W, K&B of het AD (Aleid Wolfsen). Sidderend zit Wim op zijn display te kijken en vraagt zich dan af in welke wereld hij nu is terecht gekomen? Het is toch niet het tweede deel van Twin Peaks? Dat eind was niet leuk. Volgens de regisseur een gevolg van een tekort aan geld.
De misdaad van de weggeredeneerde onkunde.
Een uiterst vermakelijk stukje. Het leervermogen van Jan de Jurist blijkt ver onder dat van Equus asinus te liggen.
Erg leuk…. Hoewel, de aangesneden, bloedstollende problematiek bergt griezelig fatale ‘missers’ in zich, die in het huidige rechtssysteem niet hersteld (kunnen) worden, zelfs als deze ‘missers’ voor de burger met een modaal IQ overduidelijk zijn.
CETERUM CENSEO IUSTITIAM BATAVAM ESSE CORRIGENDAM
Als een eerste stap in dat verbeteringsproces is de instelling van een Onafhankelijke Revisieraad onontbeerlijk.
Dat zo’n raad niet in het Nederlandse rechtssysteem zou passen is flauwekul. Tant pis voor dat gedrochtelijk inteeltsysteem, lijkt me. Er valt wel meer in te verbeteren. Misschien moet het wel helemaal op de schop.