Wat is een argument?
Laten we eens de volgende bewering bekijken die ik aanhaalde in mijn stukje de slapende rechter.
“In het institutionele kader van het strafproces gaat het om de (beperkte) vraag of deze verdachte dit verwijt kan worden gemaakt, niet om wat er gebeurd is en wie daarvoor verantwoordelijk is”
De bewering komt voor in: ‘Slapende rechters’ of ‘dwalende deskundigen’? van Marc Loth, lid van de hoge raad, die hier het boek De slapende rechter bespreekt. Ik gaf deze links ook in mijn stukje, dus iedereen die zich afvraagt of ik Marc Loth hier juist citeer, kan het in de door mij gegeven link naar zijn bespreking nalezen.
Ik merkte naar aanleiding hiervan op:
“Het spijt me wel, maar ik kan “Het gaat niet om wat er gebeurd is en wie daarvoor verantwoordelijk is” niet anders interpreteren dan: het hoort (volgens Marc Loth) de rechter niet te gaan om waarheidsvinding. Als er al bezorgdheid was over de manier waarop in Nederland recht wordt gesproken, dan wordt deze bezorgdheid door deze opmerking van Marc Loth (lid van de hoge raad) alleen maar aangewakkerd.”
Ik kan hier echter nog iets aan toevoegen, namelijk: is de vraag “of deze verdachte dit verwijt kan worden gemaakt” onafhankelijk van “wat er gebeurd is en wie daarvoor verantwoordelijk is”? Hebben we hier te maken met een aparte vorm van logica, die wel eens voor de grap “juridische logica” wordt genoemd? Er wordt hier een tegenstelling gesuggereerd, maar is die tegenstelling er eigenlijk wel?
Nu kan ik al voorspellen wat van juridische zijde zal worden ingebracht tegen wat ik net zei. Namelijk: “het is de taak van politie en OM om na te gaan “wat er gebeurd is en wie daarvoor verantwoordelijk is”, de rechter heeft hiertoe niet de middelen.” Aha! Hier raken we een belangrijk punt. Want…. betekent dit dat de rechter blind moet vertrouwen op wat het OM en politie aandragen? Natuurlijk niet! En het is dan ook niet zo: de rechter kan best om nieuw onderzoek vragen, al gebeurt dat dan ook niet zo veel. Maar als er iets misgaat kan de rechter zich wel achter deze redenering van Marc Loth proberen te verschuilen en dat is waar de schoen wringt.
Laten we de volgende bewering bekijken (die geloof ik van het hoofd van het OM, Harm Brouwer, afkomstig is): “er moet geen onafhankelijke revisieraad komen, waar ook niet-juristen zitting in hebben, want het past niet in het Nederlandse rechtssysteem”. Laten we even kijken naar “want het past niet in het Nederlandse rechtssysteem”. Is dat een argument om te zeggen dat zo’n “onafhankelijke revisieraad, waar ook niet-juristen zitting in hebben” er niet moet komen? De onmiddellijke vraag die opdoemt is: waarom past het niet in het Nederlandse rechtssysteem? Horen we daar een antwoord op? Nee! De keuze om in plaats daarvan een aanhangsel van de hoge raad te creëren dat hierover gaat, die in het hoofdcommentaar van de NRC (ook weer zonder argumenten) een “terechte keuze” werd genoemd, heb ik nergens met goede argumenten zien verdedigen, ook niet in het stukje van Marc Loth.
Wel lezen we in zijn stukje:
“Het instellen van een dergelijke voorziening zou het functioneren van, en het vertrouwen in, de rechterlijke macht ernstig ondermijnen. Het probleem zou daardoor eerder worden vergroot dan verkleind.”
Aha! Dit is iets wat we heel vaak door juristen in dit verband horen zeggen: “zou het functioneren van, en het vertrouwen in, de rechterlijke macht ernstig ondermijnen”. Is deze bewering waar? De empirische evidentie die we hebben (maar in het stukje van Marc Loth krijg je de indruk dat hij de woorden “empirische evidentie” ook als enigszins vies beschouwt) is te vinden in Engeland, en, hé, die empirische evidentie wijst er daar op dat door het instellen van de Criminal Cases Review Commission Revision het vertrouwen in het functioneren van het Engelse rechtssysteem is toegenomen in plaats van afgenomen! Op de site CCRC is de volgende beschrijving van deze commissie te vinden: “The Criminal Cases Review Commission is the independent public body set up to investigate possible miscarriages of justice in England, Wales and Northern Ireland. The Commission assesses whether convictions or sentences should be referred to a court of appeal.” Meer informatie hierover wordt in het naschrift hieronder gegeven.
Tenslotte bekijken we de bewering: “de leden van de hoge raad Balkema en Machielse hebben zitten te slapen toen ze in een eerdere functie de Eper incest zaak (“de zaak Jolanda”) behandelden; een herzieningsverzoek maakt bij de hoge raad echter weinig kans omdat zij daar nu deel van uitmaken” (Marc Loth neemt aanstoot aan het met name noemen van rechters en raadsheren in het boek van Wagenaar cs.; vindt hij dat rechters en raadsheren niet ter verantwoording mogen worden geroepen? Machielse is de advocaat-generaal van de hoge raad die het cassatieverzoek van Kees B. van de Schiedammer parkmoord heeft getorpedeerd, maar die later zijn blunder niet heeft toegelicht, zie bijv. p. 46 en hoofdstuk 6 van het boek van Wagenaar cs.). Deze bewering raakt de meer algemene problematiek van “het eigen vlees keuren”, een problematiek die al weer wat minder schrijnend zou worden als een onafhankelijke revisieraad naar Engels model zou worden ingesteld. Vinden we in de bespreking van Marc Loth enig argument dat de vrees uitgedrukt in bovenstaande bewering opheft? Ik heb het niet kunnen vinden, evenmin als een argument dat de vrees dat het novumcriterium wordt misbruikt om heropening van zaken tegen te houden opheft. Zoals ik al zei in de slapende rechter: “Men (en met name Marc Loth) kan het feit dat dit in de wet is opgenomen en niet is afgeschaft niet als argument gebruiken om te zeggen dat dit een goed criterium is (op die manier zouden wetten nooit veranderd worden)”.
Naschrift. Hier is nog wat informatie over de Criminal Cases Review Commission Revision. De Volkskrant van 19-1-08 bericht hierover in het artikel: “In 70 procent van de zaken draait nieuwe rechter het vonnis terug” (de titel alleen al moet Marc Loth een gruwel zijn, neem ik aan). Ik citeer:
De Criminal Cases Review Commission had eind vorig jaar 377 zaken terugverwezen naar een gerechtshof, 4 procent van de afgehandelde aanvragen (9.734). Er zijn ruim 10.400 zaken aangemeld bij de CCRC; over 700 dossiers is nog geen besluit genomen. De meeste terugverwijzingen eindigen in vrijspraak. In 70 procent van de zaken wordt door nieuwe rechters een streep door de veroordeling gezet. Ruim een kwart van de aanvragen wordt direct afgewezen door de commissie, om formele redenen. Alleen strafzaken komen in aanmerking en een veroordeelde moet alle beroepsmogelijkheden hebben benut. Daarna wordt beoordeeld of een veroordeelde beschikt over nieuwe feiten of argumenten die twijfel zaaien over een vonnis. In uitzonderlijke gevallen kan dit ook op basis van oude gegevens.
Als de CCRC onderzoek doet naar een zaak, zijn de politie en de aanklagers verplicht al het beschikbare materiaal af te staan (cursivering van mij). De onderzoekers van de commissie (wetenschappers, oud-rechercheurs, advocaten) kunnen getuigen horen en deskundigen inschakelen, onder meer om forensisch onderzoek te laten doen. In complexe zaken kan de CCRC een politieteam aan het werk zetten.
Een zaak wordt terugverwezen als er een ‘reële mogelijkheid’ is dat iemand onterecht is veroordeeld. In de praktijk is dat criterium veel soepeler dan het novum van de Nederlandse hoge raad (cursivering van mij).
Dankzij de commissie is het vertrouwen in het Britse strafrecht gestegen, zegt de voorzitter van de CCRC, professor Graham Zellick. ‘Voordat wij werden opgericht, was er weinig vertrouwen, na schandalen over onterechte veroordelingen. Nu geloven veel meer mensen dat fouten worden rechtgezet.’ (cursivering van mij).
Zellick gelooft niet dat in zijn land meer dwalingen zijn dan elders. ‘Elk systeem is kwetsbaar, ook het Nederlandse.’ De CCRC is gevestigd in Birmingham. Er werken 103 mensen, onder wie 11 Commissioners, die worden benoemd door de koningin, op voordracht van de premier. De commissie is onafhankelijk, maar wordt gefinancierd door de overheid. Het jaarlijkse budget is 7,4 miljoen pond (10 miljoen euro).
Posted in: Deventer moordzaak, Eper incest zaak, Lucia de Berk, Zaak Louwes, Zaak Sweeney
Een revisieraad naar Brits model zou in Nederland ook goede diensten kunnen bewijzen. Wat de kwaliteit van de strafrechtspraak zeker ook ten goede zou komen is het volgende: laat de beoordeling van het bewijsmateriaal geschieden door bètawetenschappers, juristen mogen zich vervolgens bezig houden met het bepalen van de strafmaat, dat is al moeilijk genoeg.