Het Openbaar Ministerie contra de wetenschap in de Lucia de Berk zaak
In de zogenaamde “regiezitting” van de Lucia de Berk zaak op 5 februari jl. stelde de Advocaat-Generaal (AG) van het OM, mevrouw Brughuis, die ook actief was in de rechtszaak tegen Louwes (de zg. Deventer moordzaak), dat waarheidsvinding beter gediend is met een “forensisch criminalistische benadering” dan met een “wetenschappelijk theoretische benadering”. Volgens haar zeggen is de nadruk in de Lucia de Berk zaak te veel komen te liggen op laatstgenoemde aanpak.
Terecht heeft dr. le Pair deze opmerkingen gekwalificeerd als “voze holklap” en opgemerkt: “als de “forensisch criminalistische benadering” aanspraak maakt op wetenschappelijkheid is er geen verschil, anders is het gepraat van charlatans.” Hieraan kan worden toegevoegd dat het demagogisch en misplaatst is om het woord “theoretisch” in stelling te brengen om wetenschappelijk onderzoek verdacht te maken. De wetenschappelijke kritiek op de in het arrest opgevoerde bewijzen m.b.t. bijvoorbeeld de beschuldiging van toediening van digoxine (zie hieronder) is gebaseerd op harde metingen. Niks “theoretisch”! Mevrouw Brughuis treedt hier in de traditie van de verhalen van Conan Doyle, waarin de domme politieman (Lestrade) de slimmere detective (Sherlock Holmes) zijn “theoretische’’ aanpak verwijt.
Voor de lezer die het allemaal niet zo goed meer voor ogen staat zetten we een aantal belangrijke gebeurtenissen in de Lucia de Berk zaak nog eens op een rij. De Lucia de Berk zaak is aan het rollen gebracht door de heer Smits, in 2001 algemeen directeur van het Juliana Kinderziekenhuis en het Rode Kruis ziekenhuis in Den Haag. Op de achteraf gezien historische dag 4 september 2001, deed hij (in zijn eigen woorden) een “statistische berekening van de koude grond” van de kans dat Lucia de Berk bij zoveel “incidenten” in het ziekenhuis betrokken was geweest (zoals “geobserveerd” door andere verpleegkundigen). Deze vlugge berekening overtuigde hem dat zoveel incidenten “geen toeval kon zijn”. Dezelfde dag nog werd contact opgenomen met de politie en werd gesproken over “vijf onverklaarbare doden”.
Bovendien legden de directies van het Juliana kinderziekenhuis en het Rode Kruis ziekenhuis contact met de ochtendkrant De Telegraaf. Deze krant deed op 17 september 2001 een bericht over de zaak uitgaan, waarin stond dat een verpleegkundige in de twee ziekenhuizen mogelijk betrokken was bij de moorden op verschillende volwassenen en kinderen. Het bericht vermeldde verder dat de directie van het Juliana ziekenhuis het gebeurde zeer betreurde en zijn medeleven met de betrokken ouders uitsprak (na opgemerkt te hebben dat het vertrouwen van de patiënten in het ziekenhuis mogelijk door dit bericht geschaad zou kunnen zijn of worden). Merk op dat dit suggereerde dat op dit moment al bewezen was dat er “moorden” waren begaan. En, alsof dit alles nog niet genoeg was, liet een woordvoerster van het OM weten dat “niet werd uitgesloten dat meer zaken werden aangedragen”.
Dit is een manier van doen die in de (exacte) wetenschap onmiddellijk zou worden afgestraft en alleen mogelijk is omdat een groep mensen, in dit geval behorend tot het OM, de macht heeft om ongestraft met onbewezen beweringen via de pers naar buiten te komen. Wie zou hen moeten straffen? De straf zou uit de eigen gelederen moeten komen, maar het verloop van deze zaak heeft laten zien dat we daar niet op hoeven hopen.
De spreadsheet berekening van de heer Smits is vervolgens op verzoek van politie en OM overgedaan door de rechtspsycholoog prof. Henk Elffers. De laatste kwam uit op een kans van kleiner dan 1 op 342 miljoen dat een verpleegkundige, werkzaam op de drie ziekenhuisafdelingen, bij toeval bij zoveel “incidenten” betrokken zou zijn. Hij sprak tevens de inmiddels eveneens historische woorden: “Geacht Hof, dit is geen toeval. De rest is aan U”.
Opmerkelijk is dat in geen enkele fase van de rechtszaak tegen Lucia de Berk een echte statisticus in Nederland is geraadpleegd. Wie werd bijvoorbeeld gevraagd de berekeningen van Elffers te controleren? Zijn collega aan de Erasmus Universiteit prof. de Mulder, een jurist die tevens in Amerika een graad in “Business Administration” had gehaald. Hij stond geheel achter de berekeningen van Elffers. Onafhankelijkheid was hier ver te zoeken, want Elffers en de Mulder hadden op de Erasmus Universiteit samengewerkt. In de kranten wordt nog steeds gesproken over “deskundigen”, maar eigenlijk zou er moeten staan: de geraadpleegde amateurstatistici Elffers en de Mulder.
De berekeningen zijn overgedaan door een aantal mensen, waaronder Richard Gill en mijzelf (beiden wel statistici) en wij komen op kansen in de orde van 1 op 10 of 1 op 25 in plaats van de 1 op de 342 miljoen van Elffers en de Mulder. Dit soort berekeningen zijn natuurlijk überhaupt zeer twijfelachtig, want we moeten het doen met gegevens die wel of niet door de ziekenhuizen worden verstrekt, waarbij ook nog speelt of het ziekenhuis een doodsoorzaak als “natuurlijk” of “niet natuurlijk” heeft gekwalificeerd. In het geval van Lucia de Berk heeft het ziekenhuis achteraf doodsoorzaken die als natuurlijk waren gekwalificeerd als “niet natuurlijk” aangemerkt, als men dacht dat Lucia de Berk op het moment van overlijden van de patiënt dienst had. Vernietigend voor de getuige-deskundigen Elffers en de Mulder is echter dat in hun berekeningen allerlei elementaire fouten waren aan te wijzen, zoals het vermenigvuldigen van kansen die niet met elkaar vermenigvuldigd kunnen worden.
Wat hier echter nog meer van belang is, is het feit dat noch het OM noch de rechters en raadsheren de moeite hebben genomen echte experts op dit gebied te raadplegen, maar gewoon mensen uit de eigen kennissenkring hebben genomen. Dus als het hoofd van het OM, Harm Brouwer, zegt: “De deskundigen spreken elkaar tegen” (een geliefkoosde uitvlucht van zowel het OM als de rechterlijke macht), dan is dat een feitelijke onwaarheid: men heeft gewoon niet de moeite genomen om echte deskundigen te raadplegen. De deskundigen op het gebied van de statistiek zijn het allemaal eens dat de berekeningen van Elffers en de Mulder nergens op slaan.
De hoogleraar strafrecht Theo de Roos en Elffers traden op in een uitzending van NOVA/Den Haag Vandaag van 4 november 2003, Statistiek in het strafproces, waarin Theo de Roos onder andere stelde: “In de Lucia de B. zaak is het statistisch bewijs ontzettend belangrijk geweest. Ik zie niet hoe men zonder dat bewijs tot een veroordeling zou zijn gekomen.” Elffers was hier present met zijn kans van 1 op 342 miljoen.
Nadat door zeer veel wetenschappers (niet alleen statistici) vraagtekens zijn gezet bij die kans van 1 op 342 miljoen van Elffers, heeft het Haagse Hof het doen voorkomen of statistiek geen rol meer heeft gespeeld in het uiteindelijk arrest. Het is echter iedereen die dit arrest nauwkeurig leest duidelijk dat misbruik van statistiek nog overal in het arrest aanwezig is. De natuurkundige prof. G. ‘t Hooft merkt bijvoorbeeld bij zijn ondertekening van de petitie voor heropening van de rechtszaak tegen Lucia de Berk (zie hieronder) op: “Dat het gerechtshof pretendeert geen statistische argumenten te hebben gebruikt wordt door de verwoordingen van het vonnis weerlegd. Men laat de getallen, ofwel de wetenschappelijke onderbouwing, achterwege, maar legt wel een a priori verband tussen de diverse sterfgevallen waar Lucia de B. aanwezig zou zijn geweest… De conclusie dat er van moord of poging tot moord sprake is kan alleen maar berusten op het argument van de coïncidentie, en dat argument had men niet mogen gebruiken… Ik concludeer dat de bewijsvoering hier ondeugdelijk is geweest. Daar medisch personeel nu eenmaal beroepshalve veel betrokken is bij sterfgevallen dient het gerecht daarbij nog meer dan in andere gevallen terughoudend te zijn in aanklachten van dood door schuld, laat staan moord.” Ik analyseer het gebruik van statistiek in het arrest zelf in een (Engelstalig) blog van 2007: The Lucia de Berk case, part 2.
Vergelijkbare moeilijkheden zijn opgetreden bij de beweringen van een andere getuige-deskundige, prof. de Wolff. In de Volkskrant van 24 januari jl. stond nog een artikel getiteld: “Deskundige houdt vol: er zat digoxine in dat kind”. Eigenlijk had hier moeten staan: “Prof. de Wolff houdt vol: er zat digoxine in dat kind”. De digoxine-deskundige Professor DasGupta zei bijvoorbeeld in NOVA op 29 september 2007: “Digoxine is niet de doodsoorzaak bij deze baby. Alle informatie wijst erop dat deze baby niet aan digoxine vergiftiging gestorven is.” Professor DasGupta is een echte deskundige op het gebied van digoxine en heeft meer dan 100 publicaties over digoxine op zijn naam, de door justitie geraadpleegde prof. de Wolff daarentegen 0. Laatstgenoemde heeft wel de bewering waar het hier om gaat binnengesmokkeld in een recent verschenen handboek via een casus (het overlijden van het kind A. in de Lucia de Berk zaak). Beschrijving van een casus (een beschrijving die bovendien door echte experts op het gebied van digoxine volledig is ontkracht) is echter geen publicatie over digoxine.
Het OM probeert nu via het bedrijf van Eikelenboom, dat zich “Independent Forensic Services” noemt, alsnog over het hoofd van de inmiddels halfzijdig verlamde Lucia de Berk heen zijn gelijk te halen (”gelijk nemen” beschrijft misschien beter wat het OM probeert te doen) bijna 8 jaar na het begin van de zaak, daarmee in feite alles (ook het eigen werk) diskwalificerend dat tot nu toe gedaan is. Vanaf het begin bestond het vermoeden dat de instelling van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS), iets waarvoor het OM, en met name het hoofd van het OM, Mr. Brouwer, zich enorm op de borst heeft geslagen, eigenlijk een zoethoudertje was. De huidige acties van het OM bevestigen dit vermoeden. Een commissie, ingesteld door het OM, bestaande uit Mr. Grimbergen, prof. Mr. Groenhuijsen en Mr. Vogelzang heeft in oktober 2007 een vernietigend rapport gepubliceerd over de bewijsvoering in deze zaak (na deze een jaar bestudeerd te hebben). De conclusies van deze commissie worden nu dus gewoon door het OM terzijde geschoven. Mr. Knigge, advocaat-generaal van de Hoge Raad, heeft alles nog eens overgedaan, en weer ongeveer een jaar later in 2008 geconcludeerd dat er geen bewijs voor digoxine vergiftiging was en aanbevolen de zaak te heropenen. We zitten inmiddels in 2009 en nu wil het OM alles weer gaan overdoen, deze keer met hulp van het bedrijf van Eikelenboom.
Is het bedrijf van Eikelenboom “independent”? Natuurlijk niet! Ze zijn afhankelijk van opdrachten die ze van het OM of juist van de verdediging krijgen. Is het bij een opdracht van het OM in hun belang om eventueel ontlastende feiten onder de aandacht te brengen? Nee! Het OM wil zijn gelijk halen (nemen) en het bedrijf van Eikelenboom moet daar materiaal voor leveren!
Bij de huidige voorstellen van minister Hirsch Ballin wordt gesuggereerd dat het gemakkelijker zal worden om zaken te herzien. Is dat waar? Nee, in feite wordt integendeel alles juist geheel dichtgetimmerd. Er komt geen onafhankelijke herzieningsraad zoals er wel is in Engeland, namelijk de Criminal Cases Review Commission (CCRS). Deze laatste commissie heeft sinds 1997 ongeveer 400 zaken heropend, waarbij in 70 % van de gevallen het oorspronkelijke vonnis vernietigd is. In Nederland zijn sinds 1997 slechts 4 zaken heropend, waaronder de Schiedammer parkmoord, waar een ander dan de veroordeelde heeft bekend. Rechters en leden van het OM die hier aantoonbare fouten hebben gemaakt, beweren trouwens nog steeds in deze zaak niets fout gedaan te hebben. Er komt wel een commissie die een aanhangsel wordt van de Hoge Raad. Niet-juristen, i.h.bijz. beoefenaars van beta wetenschappen, worden ten koste van alles in deze commissie geweerd. In de voorstellen staat verder dat er een vaste “pool” (dr. le Pair spreekt in dit verband van “poel”) van deskundigen moet komen die een cursus forensische methoden hebben gevolgd. Wat voor “deskundigen” kunnen we daarin verwachten? Juist: Elffers, de Wolff, mensen uit de kennissenkring van het OM.
Tenslotte lezen we ook nog steeds in de krant en horen we op het nieuws dat de “vermogensdelicten” van Lucia de Berk blijven staan. Waar gaat het hier om? Om bibliotheekboeken die ze niet zou hebben teruggebracht. Maar ze heeft deze boeken in feite wel teruggebracht en er was hier sprake van een fout in de overgang naar een nieuw elektronisch systeem in de bibliotheek. De bibliothecaris heeft uitdrukkelijk geweigerd aangifte te doen. En trouwens: zware woorden van het OM voor dit vergrijp. Het OM hoopt waarschijnlijk dat dit praten over “vermogensdelicten” helpt bij de negatieve beeldvorming over Lucia de Berk, net als de eeuwige tekening waar zij als heks wordt afgebeeld.
Bij de Lucia de Berk zaak hebben het OM en het Hof gewerkt met het begrip “schakelbewijs”. Deze manier van redeneren kan eveneens als anti-wetenschappelijk worden gekwalificeerd, want het hield in dat men vond dat als één moord aangetoond zou zijn minder moeite gedaan zou hoeven te worden bij het aantonen van andere moorden of pogingen tot moord. Bij één geval dacht men “hard” bewijs te hebben, nl. bij het kindje A., dat door digoxine vergiftiging om het leven zou zijn gekomen; het onderdeel van de aanklacht waarbij de getuige-deskundige de Wolff zo’n grote rol heeft gespeeld. De zwakte van dit soort argumentatie is echter overduidelijk aan het licht gekomen nu na de ontkrachting van het digoxine argument het geheel van beschuldigingen als een kaartenhuis in elkaar is gestort. Bij dergelijke zware beschuldigingen van moord en pogingen tot moord als door het OM zijn geuit, zou juist elk geval weer opnieuw zeer nauwkeurig bekeken moeten worden! Niks “schakelbewijs”! Het illustreert opnieuw hoe groot de afstand tussen het OM (en de rechterlijke macht) aan de ene kant en de wetenschap aan de andere kant is geworden.
Het OM hoopte dat laboratorium onderzoek in Straatsburg, waar men over geavanceerdere apparatuur beschikte dan in Nederland, de beschuldiging van de digoxine vergiftiging zou bevestigen. Helaas (voor het OM) heeft het onderzoek in Straatsburg dit helemaal niet bevestigd. Het rapport uit Straatsburg is daarna 2 jaar in een la verdwenen. Hoe durven leden van het OM, zoals mevrouw Brughuis, te beweren dat het hen om waarheidsvinding gaat! In al deze jaren van het proces tegen Lucia de Berk sinds 2001 is juist het tegendeel gebleken!
Op 17 juli 2007 is door Richard Gill een petitie gestart, met de titel: “The case of Lucia de Berk must be reopened”. Deze petitie is ondertekend door wetenschappers uit de meest uiteenlopende disciplines in binnen- en buitenland, hoewel aanvankelijk door een aantal juristen en rechtspsychologen werd gesuggereerd dat deze petitie alleen door statistici ondertekend zou zijn. Op 2 november 2007 is de petitie geplaatst als advertentie in de NRC en tevens is hij op die dag aangeboden aan de Minister van Justitie. Zoveel wetenschappers die in actie zijn gekomen tegen het OM en meer in het algemeen tegen de behandeling van strafzaken in Nederland: heeft het geholpen? In ieder geval heeft het tijdelijk de aandacht op een ernstige misstand gevestigd. Het OM hoopt waarschijnlijk dat de aandacht weer zal verslappen en dat, als deze rechtszaak maar lang genoeg wordt getraineerd, het alsnog toe kan slaan op een door het OM gekozen moment, zeker nu door de voorstellen van minister Hirsch Ballin de behandeling van strafzaken dicht wordt getimmerd tegen de bemoeienis van wetenschappers. Het enige dat ik hier nog over kan zeggen is dat ik hoop dat dit zal kunnen worden voorkomen.
Naschrift. Het is inmiddels 20-2-09 en gisteren heeft het Arnhemse hof de meeste van de voorstellen van het OM afgewezen, zie: Beperkt nieuw onderzoek Lucia de B. Het lijkt erop dat de grote rol die het OM zag voor de “forensisch criminalistische benadering” van de firma Eikelenboom door het hof niet gehonoreerd zal worden. We hopen er nu maar het beste van.
Dat neemt niet weg dat de plannen van minister Hirsch Ballin nog veel zwaar weer in de toekomst beloven, want deze plannen timmeren het justitieel bolwerk dicht tegen bemoeienis van wetenschappers. De kritiek van wetenschappers op de gang van zaken heeft echter in de zaak van Lucia de Berk een heel belangrijke rol gespeeld!
Derksen, A.A. (2006). Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling.
Uitgegeven door Veen Magazines.
Derksen, A.A. (2008). Het O.M. in de fout.
Uitgegeven door Veen Magazines.
Gill, R.D. (2007). The case of Lucia de Berk must be reopened.
Groeneboom, P. (2007). The Lucia de Berk case, part 2.
Pam, M. (2009). Snurkende aanklagers en slapende rechters.
Wagenaar, W.A., Israëls, H. en P.J. van Koppen. (2009). De slapende rechter.
Uitgegeven door Bert Bakker.
Posted in: Deventer moordzaak, Lucia de B., Lucia de Berk, Strange events, Zaak Louwes, Zaak Sweeney
De pseudo- (of moet ik zeggen anti-) wetenschappelijke aanpak van de rechterlijke macht in het algemeen en het OM in het bijzonder heeft de afgelopen decennia tot tientallen gruwelen (i.e. gerechtelijke dwalingen, lichtvaardige veroordelingen, verwoeste levens) geleid.
Hier een opsomming (van het topje van de ijsberg?) van die gruwelen:
Achmed isa Al-Jabali
Angelique van Eijden
Cees Borsboom
Danny Kuiters
Dick van Leeuwerden
Ernest Louwes
Hendrik Wolters
Henk H. alias Max Spaan
Hennie Knobbe
Ina Post
Johan Stellingwerf.
Kenneth Ehigiene
Kevin Sweeney
Louis Hagemann
Lucia de Berk
Marieke Bekkers
Marjan van der E
Rob van Zaane
Soumaya Sahla
Theo Tetteroo
Steve H. van de Rotterdamse carnavalsmoord
Jim T. van de z.g. balpenmoord
Chinese restaurantmoord
De Puttense moordzaak
De Zwartewaalse incestzaak
De Julianadorpse incestzaak
De Eper incestzaak
Men vraagt zich bevreesd af of zo langzamerhand OM en rechters niet voldoen aan de definitie van een criminele organisatie:
1. Samenwerking van 2 of meer personen.
2. De samenwerking heeft plaats over een langere periode.
3. Om ernstige misdaden te plegen (jarenlange vrijheidsberoving en verwoesting van levens).
4. Met als doel macht (OM als allesbepalende factor) en geldelijk gewin (meer personeel, subsidie en salaris).
http://nl.wikipedia.org/wiki/Criminele_organisatie
Ter informatie: ik heb deze zaak gebruikt als voorbeeld in
http://en.wikipedia.org/wiki/Alibi
Hoewel ik denk dat het technisch correct is om te stellen dat het OM misbruik heeft gemaakt van Lucia’s a priori “alibis” (dienstroosters) om het bewijsmateriaal een (extreem) negatieve selectie bias te geven, geef ik toe dat het een beetje vreemd klinkt om hier over “alibis” te praten. Maar ik denk dat het toch goed past in de “Alibi” sectie van wikipedia.
Veel sterkte met het goede en helaas noodzakelijke werk.
Bij het binnenkomen van dit commentaar heb ik gelezen wat Alex Fekken daar over had geschreven in:
http://en.wikipedia.org/wiki/Alibi
Ik was het daar mee eens en wilde dat net nog even laten zien aan iemand, maar… het was weggehaald. Op dezelfde manier hebben mensen die gelieerd zijn aan de bijzonder onfrisse “serial killer task force” bij het Engelstalige Wikipedia artikel Lucia de Berk het stickertje “The neutrality of this article is disputed” gezet. Het is moeilijk om deze mensen, die zich verschuilen achter een zogenaamd “streven naar objectiviteit” (maar tegelijk bekennen de Nederlandse artikelen over de Lucia de Berk zaak niet te kunnen lezen en tevens zeggen daar ook geen moeite voor te zullen doen) te bestrijden. Voor de goede orde komt hieronder nog even wat er in het Wikipedia artikel over “alibis” stond over de Lucia de Berk zaak:
Risks of Alibi Disclosure
A concrete example of how the prosecution used its knowledge of a defendant’s whereabouts (i.e. her alibis and/or lack thereof) to bias the evidence against her is the case of Lucia de Berk in The Netherlands. Some details of the case can be found here http://www.luciadeb.nl/english/summary.html and one of the relevant passages reads:
“…the selection of alleged incidents was extremely biased. A natural death changed into an unnatural death as soon as Lucia could be associated with it, just by her having been on the ward at the time. Conversely, an initially “suspicious” death was removed from the list as soon as it turned out that Lucia had not actually been present, after all. Concerning one alleged murder Lucia was found guilty of at the first trial, it later transpired that she had not been in the hospital for three days around the supposed event. This fact was only uncovered at the appeal. That particular “murder” immediately reverted to being a natural death; exactly what it had been, at the actual time it occurred.”
This example illustrates how providing the prosecution with available (true) alibis can seriously hurt a defendants case.