Schoolherinneringen
Op vakantie in Wenen werd ik opgeschrikt door een e-mail van een oud-klasgenoot, die mij attent maakte op oude klassenfoto’s (klassefoto’s? Geen van beide manieren van spellen zijn te vinden in het Groene Boekje) die hij had geplaatst op de site Schoolbank.nl. Sommige mensen willen niets meer weten van hun schoolverleden en anderen willen dat levend houden. Hij behoorde duidelijk tot de laatste categorie. En ikzelf? Laat ik maar eerlijk zijn: ik wil het wel, maar ben bang een doos van Pandora te openen.
Ik meende me te herinneren dat Gerard Reve iets gezegd had in de trant van: “Schooltijd, die mensonterende tijd…” en dat is ongeveer hoe ik er zelf over denk, maar toen ik googlede op “schooltijd”, “mensonterend” en “Reve”, kwam ik alleen een uitspraak van Godfried Bomans tegen over het werk van Gerard Reve, met de inhoud dat zijn proza “mensonterend” was. Een heel erg domme uitspraak van Bomans volgens mij. “Werther Nieland” en “De ondergang van de familie Boslowits” behoren m.i. tot de top van wat er de vorige eeuw door Nederlandse schrijvers geproduceerd is. Zo geconcentreerd, zoveel sfeer, deze twee verhalen roepen zo geweldig veel op…
Werther Nieland gaat over herinneringen uit de schooltijd en bijv. het vormen van een “club”, magische handelingen die ik mij ook herinner uit mijn lagere schooltijd. Ik had ooit een singletje (mogelijk is dit niet precies de juiste benaming, maar ik bedoel hier een klein formaat grammofoonplaat), waar op de ene kant Remco Campert met sombere stem voorlas:
Ik hou niet van de warmte,
broedplaats van muggen en maden
poel van limonade en andere slopende dranken
en waar op de andere kant Gerard (toen nog: Simon van het) Reve voorlas uit Werther Nieland. En onmiddellijk bij het luisteren naar Gerard kwam mijn eigen herinnering aan die “club” met kartonnen schilden en houten zwaarden die werd opgericht in de garage van een vriendje in de vierde klas van de lagere school (waarbij het vriendje van de garage natuurlijk tot “voorzitter” gekozen werd) weer bij mij boven.
En nu bij het kijken naar die oude klassenfoto’s vind ik opmerkelijk hoe sommige van die kinderen nog leven voor mij en hoe dat naar voren springt uit de foto. Maar aan de andere kant betekent dat natuurlijk niet dat ik iedereen van zo’n klas nog zou willen zien. Bij sommigen ben ik echt benieuwd wat er van ze geworden is en ik zou ze misschien ook nog wel eens willen zien, maar bij anderen heb ik die behoefte totaal niet. Ook vind ik de lagere school (pardon: basisschool) wat dat betreft interessanter dan de middelbare school. Nathalie Sarraute zegt aan het eind van haar boek “Enfance” (het einde valt zo ongeveer samen met het begin van de middelbare school): “daarna kwam het volle licht” (of iets in deze geest; ik citeer uit het hoofd), daarmee ongetwijfeld bedoelend dat die verder weg liggende herinneringen van de lagere school toch iets mysterieuzers voor ons hebben en ons misschien nog meer te vertellen hebben.
Er is een foto van 6 gymnasium die ook door mijn klasgenoot geplaatst was op Schoolbank.nl. Mijn jongste zoon merkte hierover op: “Dat haar van die persoon rechtsonder vind ik echt niet kunnen, maar dat zal wel met de stijl van die tijd te maken hebben.” Inderdaad! Ik dank overigens mijn klasgenoot Wout Klein (op de foto het hoofd direct onder het hoofd geheel rechts boven), die de aanstichter van dit alles is, voor het mij toesturen van de jpg file van deze vergeelde foto.
Klas 6 gymnasium, 1959
Door deze foto’s en herinneringen “getriggered” las ik ook wat
toepasselijke gedichten die hieronder komen.
Je hoopt
Je hoopt dat alles wat je ooit gehoopt
en toen maar opgerold, omdat een rol
beter te dragen, ooit nog eens uitgerold
kan worden in volle lengte
van vroeger bedoeld.
Dat moet dan zeker vóór het midden
of kan het later in een pensioen
van dit levenslang best doen
(uit Dagrest van Judith Herzberg)
Zelfportret
Je ziet een man in de tuin
hij lijkt verzonken in zichzelf
die man ben ik, ik weet het
maar als je lang kijkt naar een foto
van jezelf verval je in gepeins-
wie je bent en wie je bedoelt
als je ik zegt, enzovoort
ik kijk en kijk in dat gezicht
en inderdaad – ben ik dat?
over het ik is veel nagedacht
ook door mij, maar de meningen
lopen nog steeds ver uiteen
ook die van mij – zoals dat gaat
met woorden die niet kunnen
worden begrepen
niemand heeft ooit zichzelf gezien
maar het verlangen blijft
naar het onzichtbare ik
je zoekt in wat er van je
overbleef een man in de tuin.
(Uit “De man in de tuin” van Rutger Kopland
Posted in: Literature, schoolherinneringen, Strange events
Het is inmiddels ruim een half jaar verder en de – al of niet toevallige – bezoeker aan deze site zal willen weten hoe het verder ging. Ondanks Piets aarzelingen hebben we alle nog levende klasgenoten opgespoord en zelfs bijeengebracht. Vijftig jaren vielen weg, maar gaven wel kleur aan ieders verhaal over hoe het hem/haar was vergaan. En terwijl we ooit teveel met onszelf bezig waren was er nu meer en echte belangstelling voor elkaar. Als je de kans krijgt: toch maar doen, zo’n reünie!
Ja, dat is een merkwaardige gebeurtenis zo’n reünie. En dan nog na 50 jaar!
Ook interessant is het email verkeer, dat naar aanleiding van zo’n reünie ontstaat.
Het aantal verzonden berichten benadert een normale (Gauss) verdeling: het zwelt aan tot de bewuste dag en neemt daarna weer (snel) af.