Een bezoek aan de refuseniks en een conferentie in Tashkent, deel 1

Gedreven door enige recente gebeurtenissen en ook omdat ik gistermiddag een programma over de refuseniks heb bekeken (Nederland 2, Joodse omroep), ontruk ik -zij het met enige aarzeling- de volgende ware gebeurtenissen aan de vergetelheid.

Het is 1986, het jaar van de eerste wereldconferentie in de statistiek, die zal plaatshebben in Tashkent. Omdat ik één van de weinige uitgenodigde sprekers uit Nederland was op deze conferentie in Tashkent, had een joodse organisatie contact met mij opgenomen (ze hadden om deze reden -dat ik uitgenodigd spreker was- mijn naam gekregen) en mij verzocht om ofwel op de heenreis, ofwel op de terugreis, contact op te nemen met de refuseniks in Moskou. Ik citeer nu maar weer de Wikipedia: refusenik: “Refusenik (Russian: отказник, otkaznik, from “отказ”, “refusal”) was an unofficial term for individuals, typically but not exclusively Soviet Jews, who were denied permission to emigrate abroad by the authorities of the former Soviet Union and other countries of the Eastern bloc. The term refusenik derived from the “refusal,” handed down to a prospective emigrant from the Soviet authorities.”

De mensen die tot deze joodse organisatie behoorden bezochten mij op mijn huisadres en gaven mij een aantal instructies over hoe ik het bezoek aan moest pakken. Ik moest één van hun contacten opbellen (in dit geval Alexander Joffe), maar niet vanuit mijn hotel (het zg. “Akademia hotel” in Moskou), waar ik zou worden afgeluisterd. Ik zou naar beneden moeten gaan en moeten bellen vanuit een telefooncel op de “Prospekt”, waar dat Akademia hotel aan lag. Ik herinner me nog het uitzicht op de remise vanuit mijn hotelkamer. Vervolgens zou mijn “refusenik contact” zeggen waar ik in de metro naar toe moest gaan en dan zouden wij elkaar op het afgesproken station ontmoeten. Terugkijkend vind ik het eigenlijk verbazend dat dit allemaal goed ging, maar inderdaad ging het allemaal precies volgens plan. Maar daar was heel veel aan voorafgegaan.

Want… de Nederlandse (academische) statistici hadden een brief gekregen van (de Amerikaanse) mevrouw G. uit Moskou, die daar in die tijd zat om samen te werken met de skikampioen en statisticus/probabilist Shiryaev. De brief was gericht aan een Nederlandse statisticus, die ik hier en in het volgende zal aanduiden met B. (om privacy redenen gebruik ik niet zijn werkelijke initiaal, hoewel iedereen die die brief gekregen heeft natuurlijk weet om wie het gaat). In die brief stond m.b.t. het bezoek aan de refuseniks: “B., make sure nothing of the kind will happen!”. Ik was in die tijd hoogleraar mathematische statistiek aan de Universiteit van Amsterdam, en ik las deze brief, die door B. aan mij was doorgestuurd, met enige bevreemding. Wat te doen? Ik had net toegezegd dat ik de refuseniks wel op zou zoeken.

Erg groot was mijn dilemma echter niet. Er stond in die brief geen enkel overtuigend argument voor het cancelen van mijn bezoek. Inmiddels was echter nog meer gebeurd. Een bekende Engelse statisticus, Bernard Silverman, had met nogal veel tam-tam aangekondigd dat hij ook de refuseniks op zou gaan zoeken. Alleen zou hij dat op de heenweg naar Tashkent gaan doen, terwijl ik het op de terugweg zou gaan doen. Na al deze tam-tam kwam vanuit Moskou het dreigement: “als de Engelsen vasthouden aan hun plan om de refuseniks op te zoeken, cancelen wij de conferentie in Tashkent!”. Volgens mij was dit een volstrekt loos dreigement: die eerste wereld conferentie van de Bernoulli society in Tashkent was een enorme propaganda “event” voor de sovjet unie, nooit van z’n leven zouden ze die conferentie cancelen. Het was sovjet intimidatie van de gebruikelijke soort. Maar… het werkte. Bernard Silverman cancelde zijn bezoek aan de refuseniks.

Ik verkeerde echter in een enigszins andere positie, in de eerste plaats omdat ik niet vooraf tam-tam had gemaakt over mijn bezoek, en in de tweede plaats omdat ik de refuseniks op zou zoeken op de terugreis in plaats van de heenreis. Dus de conferentie cancelen was niet meer aan de orde als ik ze op zou zoeken. Kortom, ik zag nog steeds geen enkele reden om mijn voorgenomen bezoek aan de refuseniks te cancelen. In feite was er ook niets onwettigs aan het bezoeken van de refuseniks. Wat was de “misdaad” begaan door de refuseniks? Hun misdaad was dat ze joden waren en dat ze een verzoek tot emigratie hadden ingediend.

Posted in: refuseniks

2 thoughts on “Een bezoek aan de refuseniks en een conferentie in Tashkent, deel 1 Leave a comment

  1. I think we should ask G. and Albert Shiryaev if the threat to close down the conference was real or not. Perhaps more subtly, it was a threat of more serious trouble in the future for the “local organisers” in Tashkent and the scientific organisers in Moscow. The conference was deliberately held in Tashkent, far away from Moscow, in order to avoid political complications. It was essential for the conference organisers to be seen to be doing all in their power to prevent meetings with refuseniks. Possibly they were favourable to the actual meetings! For instance Albert Shiryaev worked with good mathematicians like Liptser, independently of whether they were ethnically Russian or Jewish. Ibragimov (a Tartar) and Hasminskii (a Jew) were international stars in mathematical statistics. At the same time there were really bad pure Russian Soviet guys in the top mathematics establishment, as well as their sychophants and arse-lickers, always on the look-out for a chance to destroy people like Shiryaev or Ibragimov.

    1. Over de rol van Shiryaev in dit alles kom ik nog te spreken. In ieder geval heeft één van de refuseniks die ik bij die gelegenheid ontmoet heb, nl. Freidlin, over hem tegen mij gezegd: “Someone I considered to be my friend has shown another side of himself now”. Freidlin mocht het land niet uit, omdat zijn vrouw zogenaamd toegang had gehad tot “vertrouwelijke informatie” (volgens Shiryaev; ik meen me te herinneren dat de vrouwen van Freidlin en Shiryaev op hetzelfde overheidsbureau hadden gewerkt), het bekende argument om emigratie te weigeren.
      Overigens is de bekende Amerikaanse statisticus Peter Bickel, die in 2006 zelfs een Nederlandse ridderorde heeft ontvangen (10 jaar nadat Willeke Alberti ridder in de orde van Oranje-Nassau werd – zie Volkskrant magazine 27-3-2010), met mij meegegaan bij mijn bezoek aan de refuseniks. Hij had ook een mening over die brief van G. Het lijkt mij eerlijk gezegd beter om hem te raadplegen dan G. of Shiryaev!

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s