“Het moet om de inhoud gaan”

De afgelopen dagen hebben we politici vaak horen zeggen: “het moet om de inhoud gaan” of: “laten we het nu eindelijk eens over de inhoud hebben.” Hierbij moet ik steeds denken aan het boek “The concept of mind” van de Engelse analytische filosoof Gilbert Ryle. Dat boek gaat over de (schijn-)tweespalt tussen “mind and body”, waar de Engelse analytische filosofen vooral de Fransman Descartes de schuld van geven. Waar het om gaat wordt door Ryle geïllustreerd met het volgende voorbeeld.
Een bezoeker van Oxford wordt rondgeleid door iemand van de universiteit van Oxford, die hem de “colleges” laat zien, van binnen en buiten, de grasveldjes, enz. Nadat de bezoeker dit allemaal gezien heeft vraagt hij: “Dat is allemaal goed en wel, maar waar is de universiteit?” De man van Oxford antwoordt dan: “Dit is de universiteit”. De bezoeker leeft echter in de illusie dat er nog een of andere aparte entiteit boven dit alles zweeft die “de universiteit” zou zijn.

Ik zou tegen de politici die steeds maar roepen: “het moet om de inhoud gaan” iets dergelijks willen zeggen als de man van Oxford tegen de bezoeker zei: “De vorm is de inhoud”. Iedereen die Verdonk in het “Uruzgan debat” heeft zien uitvaren tegen Wouter Bos kan hebben geconstateerd: “de vorm is de inhoud”. En wat is de inhoud in dit geval: een platte populiste die haar kans schoon ziet.
Iedereen die naar de woordenbrij van Balkenende in het interview met Clairy Polak in Buitenhof van afgelopen zondag heeft geluisterd kan ook maar één ding concluderen: “de vorm is de inhoud” (en die inhoud is leeg).
Le style, c’est l’homme (of, in het geval van Rita Verdonk: “Le style, c’est la femme”).

1 thought on ““Het moet om de inhoud gaan” Leave a comment

  1. Piet, het eerste deel van je column doet me denken (ook zeer toepasselijk twee regels later) aan een boekbespreking van afgelopen Zondag op de VPRO (21 febr.) Bert Keizer, arts van beroep, liep op uitnodiging gedurende 3 maanden mee op een afdeling neurochirurgie van het VUmc en schreef over zijn gedachten daarover het boek ‘Onverklaarbaar bewoond’. Ik weet zeker dat mijn woorden tekort schieten om de geest, Keizer noemt het als oud-katholiek de ziel, die in het brein aanwezig zijn, te relateren aan het stoffelijke.
    Ook hier lijkt de woordkeus met brein al een beetje in de mist te gaan. Wij geven er in het Nederlands een minder stoffelijke betekenis aan dan de Engelsen met ‘brain’.
    Het tweede gedeelte van je column is helder en duidelijk. Daaraan valt niets toe te voegen of af te dingen.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s