Smile from your heart
W. De winnaar van het Elisabeth concours Ray Chen liet in het filmpje dat aan hem gewijd was een kaartje zien dat in zijn vioolkist lag, waarop stond “Smile from your heart”.
J. Ja, ontwapenend, hè?
W. Niks ontwapenend! Amerikaanse sales talk! Isaac Stern was ook een beetje op die manier bezig tegen de arme jonge Chineesjes in die documentaire over zijn reis door China.
J. Wat zullen we nou hebben? Ray Chen is geboren in Tai Wan en is daarna genaturaliseerd tot Australiër, al woont hij nu dan ook in Philadelphia. Had dat kaartje ook niet iets met Maxim Vengerov te maken?
W. Ja, dat is heel goed mogelijk; Maxim Vengerov is ook altijd zo bezig met “to smile from his heart”; als hij dat wat minder deed, zou ik hem al wat beter kunnen pruimen. Er is een zekere limiet aan de mate van bekkentrekkerij die ik kan verdragen, maar we zijn wat dat betreft op het moment totaal “over the top”. Denk eens aan de manier waarop Heifetz en Milstein op het podium stonden!
J. Heifetz was een echte ijspegel, dat kun je ook horen als je naar hem luistert.
W. Hier raken we een belangrijk punt, J.: de mensen die Heifetz een ijspegel vonden, luisterden volgens mij niet goed, maar lieten zich misleiden door het feit dat hij niet aan het bekkentrekken was op de manier van Vengerov en Ray Chen. Laten we eens iets nauwkeuriger kijken naar de manier waarop Ray Chen de sonate van César Franck speelde en die vergelijken met de manier waarop de leerlinge van Zakhar Bron, Soyoung Yoon, die speelde. Ray Chen merkte op dat de sonate van César Franck de “four cycles of life” gaf; eerste deel onschuld der jeugd, enz. Ik moest even denken aan de film “Spring, summer, fall, winter, and spring again” van Kim Ki-duk.
J. Ja, vond je dat geen prachtig beeld, die “four cycles of life”?
W. Nee J., ik vond het geen prachtig beeld, hoewel ik me best kan voorstellen waar zo’n gedachte vandaan komt. Het is me allemaal net iets te makkelijk. Ray Chen was het soort Amerikaanse Chinees die Amerikaanser is dan de Amerikanen van Angelsaksische oorsprong; ik heb in Amerika veel van die Chinezen ontmoet. In deze interpretatie wordt het vierde deel van de César Franck het deel van de “berusting” en inderdaad vond ik dat Ray Chen dit deel op een enigszins zalvende manier aan het spelen was, een manier van spelen die misschien wel past bij die “berusting” van de vierde levenscyclus, maar die verschilt van hoe ik over dat vierde deel denk.
J. Hoe denk jij dan over dat vierde deel?
W. Toevallig heb ik daar veel over nagedacht, o.a. omdat een Koreaanse violiste, bij wie ik dit ooit heb ingestudeerd, mij ook vroeg wat voor soort gevoel dit laatste deel bij mij opriep. Maar ik wilde het daar nu even niet over hebben, maar het hebben over de manier waarop Soyoung Yoon, de leerlinge van Zakhar Bron dit deel speelde. Die kreeg nl. van zowel het Vlaamse als het Nederlandse als het Waalse panel enorm op haar donder dat ze het te snel speelde.
J. Nou, als al die panels het hierover eens waren, dan moet het toch wel waar zijn!
W. Nee J., het was volgens mij ook een kwestie van niet goed luisteren. Waarom klonk het alsof het te snel was? Omdat de pianiste in feite het tempo niet bij leek te kunnen benen, waardoor allerlei passages in de pianopartij plotseling gehaast klonken. Als je luisterde naar de violiste klonk het helemaal niet te snel. In haar interpretatie zag je huppelende kindertjes voor je of voetballende jongetjes of iets dergelijks. Niks “berusting van de vierde levenscyclus”! Wel speelde ze af en toe niet zuiver, maar wie daarover valt is een kniesoor.
J. Toch wel belangrijk, W., je zult moeten toegeven dat Ray Chen het wel helemaal zuiver speelde!
W. Niks belangrijk, J.! Het gaat erom wat het oproept. En trouwens, op Ray Chens intonatie was af en toe ook best iets aan te merken, vooral in Tchaikovsky! Maar goed, laten we het ook nog even hebben over het eerste deel van deze sonate, het deel van de onschuld volgens Ray Chen (of de leraar van Ray Chen), weet je wel? In dit deel kun je heel veel glissandi maken en dan kun je kiezen “to lay it on thick” zoals Ray Chen deed of “to lay it on less thick”, zoals Soyoung Yoon dat deed. Je begrijpt zeker wel waar mijn voorkeur naar uitgaat?
J. Je moet je stuk verkopen, W., dat weet je toch? En dat was wat Ray Chen aan het doen was.
W. Als voor één stuk geldt dat je het niet moet “verkopen”, is het wel dat eerste deel van de sonate van César Franck. Dat moet uit het niets opdoemen, het is een soort wakker worden, elke overdrijving of verstoring van het ritme is hier dodelijk. En al die nadrukkelijke “gepassioneerde” glissandi of portamenti, die horen volgens mij niet bij het wakker worden. Wat je je ook nog kunt afvragen is of al die zware glissandi of portamenti consistent zijn met de “onschuld visie” van dit deel. Maar het Vlaamse panel toonde zich zeer enthousiast over al die portamenti van onze Ray Chen. Die vonden het zelfs gedurfd of zo. Bah!
En dan nog wat. De tweede prijswinnaar Lorenzo Gatto speelde Paganini heel welluidend en zoetgevooisd, ik zou bijna zeggen “with a smile from his heart”. Ik zou heel benieuwd zijn hoe Mayu Kishima dit zou spelen. Ik weet zeker dat het niet “with a smile from her heart” zou gaan en het hoeft ook helemaal niet “with a smile from the heart”! In de beschrijvingen van mensen die Paganini hebben horen spelen stortte hij zijn toehoorders van de hemel in de hel, prachtige klanken werden afgewisseld door gekerm van katten en rauwe klanken. Ik acht Mayu Kishima in staat dit te bewerkstelligen, maar ik heb niets van deze afwisseling gehoord in het spel van Lorenzo Gatto dat (toegegeven) wel heel goed was. Wat ik daarentegen zo sympathiek in het spel van Mayu Kishima vond was de totale afwezigheid van zoetgevooisdheid.
J. Je bent een misantroop, W.!
Posted in: Elisabeth concours, Music, violinists